Zo’n kut met peren-dag
met je weet verdomme ook niet waarom
de hele tijd regen
en een dikke vierkante meter
half gestrande reclamelach.
Categorie: gedicht
… alsof …
Oog-TV: gedicht
R.I.P. Bernard Haitink
Gedicht Rij 30, stoel 9 – januari 2019.
Nooit weer – niet geweten (gedicht)
Gedicht: Code
…
Oog-TV: gedicht
Groeneling en Gagea
Hij wurmt zich vrolijk fluitend
met een oog schuin gericht
op de nakende nacht
in zijn groen gekleurde pyama
en zet zich na een vluchtje
wel blij en zeker vederlicht
op de tak met bladerpracht
vlak boven de gelige Gagea.
Lieve Groeneling, zoemt ze zacht
ben je daar – hoe was jouw dag?
Haar hart straalt als een zon
in de laatste adem van het licht
en hij fluit door om het plezier
dat ze niet meer in het verleden zijn
maar in het nieuwe nu, het hier.
Toch in elke nacht, soms dun
en soms schreeuwend onverwacht
schuurt het toen dan vuil voorbij
toen hij het groene vinkje was
waarmee het recht geknecht
de vrijheid was verkocht en
het gelijke werd verkracht
toen zij een lapje stof
met bruinig draad een dunne hand
vergroeide tot een gele ster
betraand en zacht vervloekt aan iemands jas
om in ‘t duister later droef te leren
dat elk mens van elke kleur en god
na haar ster en het Dat nooit meer
binnen een eeuw hem moet accepteren
het groene vinkje – de perverse wederkeer
van het duivelse, het totalitaire lot.
Als vroeg en teer de zon terugkomt
lijkt alles aan ‘t bestaan te deugen
maar Groeneling en Gagea weten
al te zeer dat het leven meestal
een slecht te breken spiegel is
van steeds een andere leugen
en dat zij naast puur geluk altijd zwaarte
zullen voelen van de zwarte dromen
met steeds het verwijt als vraag
door wat zijn ze toen zo ver gekomen?
Motoragent
Voor de man die gaat …
Peter R. de Vries-gedicht door Marjolein van Panhuys – hier.
Gedicht
Vragen
Zoektocht naar het mooimens
Zij dus, beslist geen vlak prooimens, anders dan die met een glitternagelhand gepolste Rolex waarin zo’n internationaal goedgekeurde kartonnen slubberbeker ter bevrediging van het nooit helemaal uitgegroeide zuigreflex met oversized witte sportschoenen die nog nooit echte modder hebben gevoeld en zelden sneller dan slenterend zijn voortbewogen onder een legging die evenmin ooit de muren van een sportschool heeft gezien, met witte strepen op de zijkant zodat de inhoud minder massief zal ogen en de suggestie van een scorende catwalk-wiebel levend houdt in de preppy lange beige of camelkleurige jas dichter bij de enkels dan de knieën, nonchalant niet dichtgeknoopt (ook omdat dat fashionable vlotte dynamiek uitstraalt) maar wel bij welk weer dan ook met een sjaal die zo groot lijkt als een tweepersoons dekbedhoes, in ieder geval nog kleurrijker en ook min of meer onverschilligheid en erbij-horen uitstralend om hals en nek net zoals de daarbij aan een glimketting hangende smartfoon die voortdurend uit verslaving wordt gecheckt, in een hoesje van krokohuid of kalfsleer met kittige glitters die soms ook op de koala-achtige vingernagels zitten als die niet gillend rood of blaffend blauw zijn gelijk haar corporale stemgebruik op straat en elders; met een ijsmuts op het bijgekleurde haar in grove steek gebreid en getopt met een belachelijk grote pluisbol - iets dat je vroeger geheid alleen verstijfd op de dwaze hoofden van debiele kabouters en mislukte clowns zag zitten; vaak op straat en bij de to go’s gezellig vergezeld door een soort van vriendin die in alles net iets minder is; getraind in het vermijden van direct oogcontact vanachter dwaas gelijnde brauwen en wapperwimpers aangeleerde en zo het uitkomt in te schakelen seksruis op de stembanden gecultiveerd door feestjes buiten het zicht van fatsoen en volwassenheid gedrenkt in drank en meidenhysterie en avondzon en een joint of een onnatuurlijk gekleurd pilletje weggeklokt met een gembershot of een latte uit zo'n rond karton. En een gezicht dat ooit leuk en natuurlijk was, maar nu als ze wat zegt duidelijk tekenen vertoont van te veel zonnebank, uitgeschoten botox-probeersels en de wanhoop over de dwaasdure crèmes die al die trekkende gevoelens van onzekerheid, overbodigheid en onrust niet weg kunnen houden. Zo’n wandelend statement over een miniscuul ikje. Dat dus niet.